Over Eric Jan Evers

Wanneer ben je voor het eerst gaan schilderen?

Vijftien jaar geleden had ik ervaring met aquarelleren en dacht: ik wil mijn eigen gezicht schilderen. Op mijn oude schildersezel heb ik aquarel-papier opgespannen en ben zo maar begonnen. Toen het klaar was leek ik tevreden met mijn eigen gezicht en uitdrukking. In fraaie Siena-tinten. Twee maanden later zag ik een aantal dingen die niet klopten. Daar begon mijn zoektocht.

Wat heb je gedaan, nadat je zag dat het schildertechnisch beter kon?

Allereerst realiseerde ik me dat er iets moois in de verfuitdrukking zat. Die wil ik altijd vooropstellen. Daar ben ik thuis mee bezig geweest, voor ik les ging nemen. Daarna ben ik model gaan tekenen. Vervolgens ben ik gezichten gaan schetsen in korte en langere sessies van vijf of tien minuten. Met de hulp van mijn eerste docente Helene Zielstra kreeg ik meer inzicht in perspectief.

Zo ben ik gaan zien dat ik beter moest leren kijken. Om dat goed te leren ben ik stillevens gaan maken. Ik ben begonnen met bloemen en daarna kannetjes, vaasjes en fruit. Dat heb ik eerst met aquarel gedaan. Later ben ik met olieverf gaan schilderen. Dat bracht me op het thema en onderwerp van mensen, en van hun lichaam. Daar leer je enorm veel van op schildersgebied.

Wanneer ben je weer naar portret schilderen teruggekeerd?

Ik heb eerst veel dieren geschilderd en gebouwen en landschappen. Maar portretten lieten me niet los. In die tijd heb ik veel zelfportretten gemaakt, met houtskool, gewoon jezelf aankijkend in een spiegel. Ik heb dus veel getekend om waar te leren nemen. Dan voel je ook beter de volumes aan van een gezicht. Ook door je eigen wangen en je oogkassen aan te raken. Dan snap je beter wat verhoudingen zijn, hoe ze werken en hoe je die optimaal kunt weergeven.

Wat heb je daardoor geleerd?

Allereerst het technische aspect, het meten van de posities van de neus en de mond. De vorm en de diepte, ten opzichte van de ogen en de oren. Daarom was ook het aanvoelen van de huid belangrijk. Voor de vertaling naar licht, donker en schaduw. Dat geeft verdieping in het gebruik van kleuren en in het werken met gemengde technieken. Zo wordt het technisch niveau een geheel.

Van daaruit heb je de keuze gemaakt om je volledig te gaan richten op portretten?

Daarna heb ik besloten alleen nog portretten te maken. Ik had ook een nieuwe leraar, Roel Braams. Die had al meer dan 35 jaar ervaring in het maken van portretten. Toen ben ook ik die weg opgegaan. Sinds 4 jaar ben ik zelfstandig actief. Ik interview mensen vooraf en leer hun gezichtsuitdrukking kennen. Ze vertellen over zichzelf en zo krijg ik een ziele-indruk. Die wil ik zo treffend mogelijk weergeven. De resultaten van dit onderzoek vind je als voorbeeld terug op deze website, o.a. bij Acryl op doek en Gemengde techniek.

UIT EEN VRAAGGESPREK MET HUUB KOCH